In de hangaar klinkt een dringende noodoproep. “Snel! Kom snel met een vliegtuig. We hebben dringend hulp nodig!” Een nog geen drie weken oud baby’tje is in levensgevaar. Piloot Johan Bals gaat direct naar zijn vliegtuig, doet nauwkeurig alle pre-flight checks en stapt in. We vliegen met spoed over het dichte regenwoud naar het zuiden van Suriname.
Emergency flight
“Met verpleegkundige Habo achterin, taxi ik direct na de landing naar de parkeerplaats,” vertelt piloot Johan. “Daar, in het zuidelijkste puntje van Suriname, staat niemand ons op te wachten. Toch vreemd voor een emergency flight waarbij ik een baby met spoed moet ophalen. In de zoektocht naar de patiënt vertrekt verpleger Habo naar de polikliniek in het dorp. Ik maak ondertussen alles gereed voor vertrek. Omdat er niemand op komt dagen, loop ik na verloop van tijd zelf ook richting de kliniek. Daar is het een drukte van belang. Tussen de mensen is verpleegkundige Habo druk bezig met het kindje. Kayla heet ze. Bijna drie weken oud en daarom nog heel klein en teer. Ze blijkt een zwakke conditie te hebben. Nu is er ook nog een luchtweginfectie bijgekomen. Ademen gaat erg moeilijk en ze blijkt te zwak om nog te drinken bij haar moeder.
Wat nu?
Gelukkig lukt het om het meisje stabiel te krijgen en krijg ik het sein om te vertrekken. Na een gezamenlijk gebed bij het toestel stijgen we op. Onderweg lijkt alles goed te gaan, maar halverwege zakt het meisje weg. De moeder weet niet wat te doen en broeder Habo kruipt op zijn knieën naar voren om hulp te verlenen. Dank aan God, het lukt om haar weer bij te krijgen.
Ondertussen ben ik druk bezig het toestel recht te houden en probeer ik nog lager te vliegen, omdat de lucht hier zuurstofrijker is. Eindelijk, na ruim twee uur vliegen, zijn we weer terug boven de stad. Ik mag met deze emergency flight met voorrang landen. Daar staat de ambulance al klaar om baby Kayla mee te nemen.”
Dankbaarheid
Inmiddels zijn we een paar dagen verder en heeft Johan gehoord dat het goed gaat met Kayla: “Ze is van de IC af en dat is voor ons als team een grote reden om de Heer te danken.”